Kayıtlar

oefenen 3

41.  Wat is het voordeel van een gestandaardiseerde psychologische test?   A. Men ondervangt het probleem van de sociale wenselijkheid B. Men heeft oog voor de verschillen tussen de mensen C. Ze zijn gemakkelijker te interpreteren dan de antwoorden op vragenlijsten D. Men heeft een beeld van de scores die verwacht kunnen worden 42.  Welke factor in een aidspreventiecampagne heeft volgens het onderzoek van Sheeran et al. (1999) WEL effect op het condoomgebruik? A. Instructies over waar je een condoom kunt kopen B. Het aantal seksuele partners C. De leeftijd van de eerste geslachtsgemeenschap D. De impulsiviteit van de persoon 43.  Van welke vragenlijst wordt veel gebruik gemaakt in de A&G-psychologie? A. De Nederlandse Vragenlijst voor Eetgedrag B. De Nederlands Vragenlijst over de Levenskwaliteit C. De Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid (VBBA) D. De Social Readjustment Rating Scale 44.  Wie is een belangrijke grondlegger van de positieve psycholo

oefenen 2

20.  Welke school van psychologie bestudeert waarom gedachten, gevoelens en gedrag voorkomen en hoe mentale gebeurtenissen zich aanpassen om mensen te helpen overleven in de natuurlijke wereld? A. Behaviorisme B. Functionalisme C. Gestalt-psychologie D. Humanistische psychologie 21.  Experimentele psychologen van de late negentiende eeuw richtten hun onderzoeksinteresses op A. het voorspellen van menselijk gedrag en mentale gebeurtenissen B. het voorspellen van dierlijk gedrag en mentale gebeurtenissen C. het begrijpen van de aard van de bewuste geest D. het begrijpen van de aard van de onbewuste geest 22.  Vanuit welke subdiscipline van de psychologie doen psychologen onderzoek om de oorzaken van mentale gebeurtenissen en gedrag beter te begrijpen? A. academische psychologie B. klinische psychologie C. professionele psychologie D. toegepaste psychologie 23.  Tot welke subdiscipline van de psychologie behoren klinische psychologie en therapeutische psychologie? A. academ

oefenen 1

Gemiddeld verschillen mensen uit collectivistische culturen (vb: Japan) van mensen uit individualistische culturen op verschillende gebieden. Welk van de onderstaande antwoorden is INCORRECT over de gebieden waarin mensen uit collectivistische culturen lijken te verschillen van mensen uit individualistische culturen? A.   Mensen uit collectivistische culturen zijn meer vatbaar voor de fundamentele attributiefout B. Mensen uit collectivistische culturen zijn minder vatbaar voor de attractiveness bias C. Mensen uit collectivistische culturen tekenen accurater een lijn die de dezelfde lengte heeft in vergelijking met een eerder geziene lijn en doos (opname). D. Mensen uit collectivistische culturen onthouden een object (zoals een vis) accurater wanneer het later getest tegen de originele achtergrond 2.  Het misleiden van participanten in een psychologische studie is: A. Nooit toegestaan B. Niet beschouwd als een probleem door de meeste ethische commissies C. Toegestaan zolang de p